Er zijn twee componenten voor een massastroommeter, één aan elk uiteinde.
De misdeling van de massastroommeter werkt met behulp van een thermisch meetprincipe. Een temperatuursensor in het midden van het instrument meet de temperatuur van de vloeistof terwijl deze door het apparaat stroomt. Een verwarmingselement in het midden van het stroompad wordt gebruikt om de vloeistof te verwarmen en een temperatuurgradiënt te creëren. Het temperatuurverschil tussen de sensor en het verwarmingselement is recht evenredig met de massastroomsnelheid van vloeistof die door het apparaat stroomt.
De misdeling van de massastroommeter bestaat uit twee afzonderlijke kanalen, elk met een eigen verwarmingselement, sensor en diverterklep. De Diverter -klep wordt gebruikt om de stroom vloeistof of gas via een of beide kanalen te sturen, afhankelijk van de gewenste toepassing. Bij de chemische verwerking kan het ene kanaal bijvoorbeeld worden gebruikt om een monster van de vloeistof voor analyse af te leiden, terwijl het andere wordt gebruikt om de vloeistof te sturen voor verdere verwerking.
Een van de belangrijkste voordelen van de misdeling van de massastroommeter is het vermogen om nauwkeurige debietmetingen te bieden, terwijl tegelijkertijd vloeistof of gas voor verschillende toepassingen afleidt. Deze unieke mogelijkheid zorgt voor gestroomlijnde processen die afval verminderen, middelen besparen en systeemprestaties optimaliseren.